Alle lijnen die je ziet zijn gebroken eierschalen. Zie je al die verschillende vormen en figuren?
Na jaren van onderzoek doen vond Harmen twee vormen uit: de kegel en het paneel. Deze vormen staan open voor alle categorieën van kunst.
‘Het gaat mij om wat een kunstwerk te vertellen heeft. Als je een klein werk maakt is de mogelijkheid er om met een kostbaar materiaal te werken. Zoals juwelen, om maar iets te noemen. Er zijn allerlei verhalen over de verbanden tussen materialen. Die vind ik interessant. De kostbaarheid op zichzelf vind ik niet interessant, de verbanden tussen elk aspect van het kunstwerk vind ik belangrijk. Materiaal, formaat, techniek. Dat is boeiend. Een kunstwerk. Een kunstwerk vormt een collage. Een tijd was ik bezig met kostbaarheid maar het gaat over meer,’ zegt Harmen.
‘Kunst kan van alles zijn. Het kan allerlei vormen aannemen. Kunst kan over van alles gaan. Maar uiteindelijk gaat het hier om: geloof je er in of niet? Je kunt niet met zekerheid vaststellen: dit is kunst. En dat moet voor iedereen gelden. Mensen denken soms dat kunst aan bepaalde dingen moet voldoen. Dat het abstract moet zijn, bijvoorbeeld. Of dat een schilderij met olieverf geschilderd moet worden. Waar kun je dan op vastpinnen of iets kunst is? Dat is een kwestie van geloof. En het mooie is dat alles geloofd kan worden. Als je daarvan uitgaat kan alles kunst zijn. Een kunstwerk kan best groen zijn als je erin gelooft. Als je maar de verantwoordelijkheid neemt voor wat je gemaakt hebt.’
Fontana
De Argentijns-Italiaanse kunstenaar Lucio Fontana doorsneed zijn kunst. Daardoor gingen mensen naar de essentie van het werk kijken. Niet het kunstwerk is de kunst maar het geloof erin. ‘Bij Fontana is dat snijden heftig en emotioneel. Ik wilde hetzelfde bereiken als Fontana maar dan redelijker. En ook nog praktisch. Elk paneel wordt doorboord en daar gaat een pin doorheen.'
Nieuwe manier van ophangen
‘Het is een demonstratieve manier van ophangen. Dit paneel heeft niets te verbergen. Plus: je beseft door het gat dat de afbeelding niet de absolute macht heeft. Het werk wordt doorboord. Er moest een gat in. Daarmee relativeer ik standaard wat er te zien is. Ik maak de kunst die gepresenteerd wordt minder heilig. Dat is belangrijk want door die relativering zie je wat er allemaal mogelijk is. Daarom zie je in mijn werk enorme verschillen,’ zegt Harmen.
Afbeelding als gast
‘Ik wilde geen schilderij maken. Je kunt de afbeelding als absolute waarde zien. Mensen vergeten dat het schilderij een ding is. Dat de afbeelding slechts een gast is.'
Tabula rasa
‘Wat ik nodig had was een tabula rasa, een schone lei. Wat er op dat paneel gebeurt is niet te zien als iets absoluuts.'
‘Mijn kunst gaat van totaal conceptueel naar volledig decoratief. Maar beiden panelen hebben evenveel betekenis. Het zijn extremen in schoonheid en inhoud, binnen het complete werk (oeuvre) van een kunstenaar. Die extremen kom je niet zo vaak tegen.'
Toen Harmen opgroeide ging hij elke zondag naar de kerk. De mensen daar noemden dat geen kerk, maar een lokaal. Want de kerk bestond al en was een soort rangorde, dat had met macht te maken. Dat wilden ze niet. Dat lokaal had geen orgel, geen voorganger, geen versieringen. Ze zongen a capella. Ze moeten zelf invullen wat er gebeurde en hoe zij hun geloof zagen.
Toen Harmen op de academie zat wilde hij niets te maken hebben met alle kwaliteiten die kunst te bieden heeft. Kleur, vorm, pracht en praal. Want Harmen vindt dat de essentie, dus waar het om gaat, iets onzichtbaars is.
Harmen leerde de Franse kunstenaar Yves Klein kennen via een boek. De lege ruimte van Yves Klein was lang één van Harmens favoriete kunstwerken. De lege ruimte van Yves Klein sprak Harmen aan omdat hij dit herkende van het lokaal waar hij op zondagen in zijn kindertijd zat. Ook de Russische goudsmid Fabergé is een inspiratie voor Harmen.
De test van een geloof is twijfel, vindt Harmen. Het is interessant om aan kunst te twijfelen, er heel erg aan twijfelen.
‘Als je heel erg twijfelt aan je eigen idee over kunst en tóch accepteer je je eigen geloof. Als iets goeds, als iets waar je echt in kunt geloven, ondanks alle twijfel, vind ik dat je een diep geloof hebt.’
Sommige kunstenaars gaan graag op de foto. Harmen niet. Zijn eigen artistieke persoonlijkheid moet zo min mogelijk centraal staan, vindt hij. Het gaat om wat hij maakt en niet om hem als persoon.
Wat gebeurt er als je heel dichtbij een kunstwerk gaat staan en daarna heel ver weg?