Joep heeft de Willem de Kooning Academie in Rotterdam gedaan.
‘Ik zie het maken van kunst een beetje als spijsvertering. Als poepen. Je hebt ideeën, die poep je uit en die raak je nooit meer aan. Het wordt een schilderij of beeld en dat komt in het museum. Als het niet gestolen of vernietigd wordt blijft het altijd daar. Net als een drol, die raak je ook niet meer aan.’
Atelier van Lieshout zit in Rotterdam. Er werken twintig mensen. Het is een plek waar aan ontzettend grote kunstwerken wordt gewerkt. Met het lassen vliegen de vonken je tegemoet. Het lijkt wel een fabriek! De mensen die dat doen moeten speciale brillen dragen om hun ogen tegen de vonken te beschermen.
Veel mensen hebben een romantisch beeld van een ploeterende kunstenaars op een zolder. Maar dit kan ook heel anders. Vroeger had de Vlaamse schilder Peter Paul Rubens mensen in dienst, leerlingen. Zij voerden uit wat Peter Paul bedacht. Maar ook nu zijn er kunstenaars die een multinational leiden, zoals Damien Hirst en Jeff Koons.
‘Je huis is je eigen wereld, de wereld die je zelf hebt gemaakt,’ zegt Joep.
Bank
Wat doe je als je geen bank ziet die je graag in je huis wil? Joep maakt zelf een bank. Een bank die lekker groot is, die hij mooi in zijn huis vindt passen.
Slaapruimte
Joep heeft een gat gemaakt in de buitenmuur. Daar heeft Joep een blok aan vastgeschroefd, waarin hij slaapt. Daardoor heeft hij op een simpele manier zijn huis wat groter gemaakt. Die ruimte is kleiner dan normaal en geeft een fijn gevoel van beschutting. Deze ruimte heeft Joep rood geschilderd.
Keuken
Het middelpunt van zijn huis is de keuken. Joep kookt, drinkt en eet enorm graag. De keuken is gemaakt om snel en veel te koken.
Breed
‘Breed geeft gevoel van ruimte, is modern. Breed geeft een gevoel van vrijheid. Hoog en smal voelt niet vrij, dan loop je tegen de muur op,’ zegt Joep.
Groots-ruim/klein-geborgen
‘Het mooie aan het ontwerp dat ik gemaakt heb is het verschil tussen beneden en boven. Beneden is een grote, open ruimte. Daar heb je veel lucht en levensruimte. Boven, de slaapkamer en gastenkamer is veel intiemer. Dat is meer een soort hol waar je je kunt terugtrekken.’
Voor zijn werk reist Joep naar allerlei landen. Soms komt hij in Afrikaanse landen, zoals Mali en Senegal. Daar is alles waardevol, dus er worden geen dingen weggegooid zoals hier.
‘Alles is waardevol, zelfs een oude kartonnen doos is daar nog geld waard.'
Elk jaar wijst het Europees Parlement twee steden als culturele hoofdstad aan. Die stad krijgt dan veel aandacht en er is heel veel te zien en te doen. Vooral veel dingen die met kunst te maken hebben.
In 2013 was dat een Franse stad: Marseille. Die stad stond niet al te best bekend. Bij Marseille dachten mensen aan geweld en armoede. Een stad waar kunst veel aandacht krijgt, kan veranderden. Dat is de laatste jaren al vaker gebeurd. Zoals in de Spaanse stad Bilbao, die een heel andere sfeer kreeg door het Guggenheim Museum. Dat is ook gebeurd in de Engelse stad Newcastle.
Ook Marseille is veranderd door de komst van kunst en musea. Kunst kan dus veel meer zijn dan alleen maar mooi of interessant, het kan het leven en de sfeer van een stad vernieuwen en beter maken.
In 2013 speelde Joep een grote rol in Marseille, waar twee werken van hem waren te zien. Het ene was Hoogoven (Blast furnace) en die deed het pas als 32 arbeiders hard werkten om de machine aan te drijven. Ze konden één worden met de hoogoven, echt een onderdeel van de hele constructie. Want de arbeiders konden uitrusten in de slaapkamer, koken in de keuken of zitten in de zitkamer. Zo gingen ze op in de oven en werd het een samenwerking tussen machine en mensen.
Het andere kunstwerk dat in Marseille te zien was van Joep, heette Slavenstad (Slave city). Dit was een denkbeeldige stad, die helemaal draaide om geld verdienen en werken. Joep kwam op dit idee omdat hij vond dat de wereld overdreven georganiseerd was. Je kon Slavenstad zien aan de hand van miniatuurhuisjes en stadswijken. Een klein beetje zoals bij het computerspel The Sims, dat je misschien wel kent? Alleen zag je dan dus echt huisjes en geen poppetjes op een computerscherm.
‘Hoe Nederlands word jij gevonden in het buitenland?’ vraagt een journaliste aan Joep. Joep krijgt pretogen met kleine twinkels.
‘Zijn Brabanders Nederlanders of niet? Tegenwoordig wel, he?’ zegt hij lachend.
Wat komt er in jou op bij het zien van dit beeld? Schrik je ervan? Of vind je het juist vrolijk? Als je in een stad woont ken je koeien misschien wel alleen maar van tv. Heb je nog nooit een koe in een stal gezien, zoals kinderen op het platteland?
In 2000 heeft de cabaretière Brigitte Kaandorp een liedje gemaakt over koeien. Het begint zo:
Koeien, op zaterdagmiddag bedaard in de wei
koeien, een vliegtuig vliegt over, een trein komt voorbij
en stil staan er altijd koeien
Kun je je voorstellen hoe het kunstwerk gemaakt is. Had je erbij willen zijn?