Hongerwinter-Voedseldropping

Kort voor de bevrijding van Nederland in mei 1945 geven de Duitse en de geallieerde autoriteiten toestemming voor voedselhulp aan hongerend Nederland. Die hulp komt met een serie voedseldroppings. Zondag 29 april 1945 voeren Britse en Amerikaanse bommenwerpers de eerste droppings uit. Er wordt 600 ton aan voedselpakketten naar beneden gegooid. Dat is 600.000 kilo eten. In die pakketten zit vlees in blik, chocola, margarine, meel, suiker, biscuits. De uitgehongerde mensen in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam zijn wild enthousiast en begroeten de vliegtuigen dan ook zo.

Er zijn nog meer soorten droppings dan voedseldroppings.

Informatieve dropping
Er worden in de Tweede Wereldoorlog luchtpamfletten en nieuwsbladen met de boodschap ‘houd moed’ verspreidt. Vanaf april 1942 dwarrelt het blad De Wervelwind neer. Vanaf mei 1943 droppen geallieerden op gezette tijden het nieuwsblad De Vliegende Hollander. Dit maandblad wordt verspreid door de Royal Air Force, de Engelse luchtmacht.

Dropping van geheimagenten
In de Tweede Wereldoorlog worden er geheimagenten boven bezet gebied gedropt. Dat zijn Nederlanders die Engeland bereiken en ’s nachts naar bezet gebied worden teruggevlogen. Ze hebben opdracht contact te maken met verzetsmensen. De geheimagenten moeten een spionagenetwerk opzetten en zendcontact onderhouden met Engeland. Zend- en ontvangstapparatuur wordt ook gedropt.

Wapendroppings
Gewapende verzetsgroepen hebben in de Tweede Wereldoorlog telkens tekort aan wapens. Dat tekort wordt steeds groter na de oprichting van de Binnenlandse Strijdkrachten. Dat is een soort leger dat alle gewapende verzetsgroepen omvat. Voor deze Binnenlandse Strijdkrachten wordt een serie wapenzendingen georganiseerd. Het doorgaan van zo’n zending wordt verteld in Radio Oranje, via een codeberichtje tussen het gewone programma door. Radio Oranje is een radioprogramma van de Nederlandse regering in ballingschap in Londen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het programma duurt een kwartier en heeft als bijnaam ‘de stem van strijdend Nederland’.
De verzetsmensen weten dat ze alles in het werk moeten stellen om de ‘drop’ in veiligheid te brengen. De droppings vinden plaats in geïsoleerde plattelandsgebieden. In de Tweede Wereldoorlog heeft Nederland nog zulke gebieden.

Droppings van luchtlandingstroepen
Om precies te zijn: paratroepen en parachutetroepen. In september 1944 zijn er luchtlandingen van geallieerde troepen boven het oosten van Nederland. Zij luiden de bevrijding in.

Mensen zijn nieuwsgierig naar van alles en nog wat. Er wordt veel onderzoek gedaan. Naar gedrag, naar de hersenen en ook naar materiaal en hoe dat werkt. Pollepels zijn van hout, een slechte warmtegeleider. Dat is de reden waarom de bankjes in een sauna van hout zijn en waarom pollepels van hout zijn. Het zou een beetje lastig koken zijn als je een gloeiend hete lepel moest vasthouden. Een andere slechte warmtegeleider is textiel. Dat is heel handig voor een pannenlap, die beschermt je handen tegen hitte. Een goede warmtegeleider is ijzer. Denk maar aan een ijzeren pan. 

In de middeleeuwen word je gezien als een armoedzaaier wanneer je reist zonder lepel. De arme reizigers hebben een houten lepel op zak. De rijken bezitten een zilveren of een gouden lepel. Deze lepels worden in een foudraal bewaard. Dat is een op maat gemaakt doosje. Tot in de 17^e eeuw is het gebruikelijk dat elke gast zijn eigen bestek meeneemt.

Eten dat uit de lucht komt vallen, het klinkt als een sprookje. Of op z’n minst als een verhaal uit een boek. Toch is dat precies wat een voedseldropping inhoudt. Stel je eens voor dat je onder uit een vliegtuig allemaal pakketten uit de hemel ziet vallen. Op het moment dat zoiets gebeurt, is er een goede reden voor de voedseldropping. De mensen zijn hongerig. Daardoor zullen de meesten niet lang stilstaan met een blik vol verwondering. Ze hebben weer te eten, daar gaat het om.

‘Hij is geboren met een gouden lepel in de mond.’ Soms wordt er zilveren gezegd in plaats van gouden. Als iemand dat over een ander zegt betekent het dat hij rijk - of zij - geboren is.

(Vul een naam in....) is gek
met een lepel in zijn bek
met een vork in zijn kont
zo loopt hij de wereld rond. 

Soep eet je met een…?