Gewoon luie wezens die heel lullig proberen wat verf zo te vervormen dat er een wereldbeeld ontstaat waar we zelf in kunnen geloven,’ zegt Co.
Wat zou Co hiermee bedoelen, denk je? Misschien is er ook wel iets wat jij doet of maakt waar je in kunt geloven.
Eén van de beroemdste schilderijen van Co is Snijden aan gras. Op dat schilderij haalt een vinger zich open aan een scherpe grasspriet. Daardoor gaat de vinger bloeden. Dat ziet er extra intens uit doordat de vinger op het schilderij is ingezoomd. Dit is Co zelf overkomen toen hij op een ochtend in de lente in het gras lag.
Kleine ongelukken zijn het belangrijkst in de schilderijen van Co. Vingers die zich bezeren aan een bloem of een grammofoonplaat. Op andere schilderijen wordt het gezicht van een vrouw doorboord door zonnestralen. Of breekt een zwemmer door het wateroppervlak. Het ziet er dramatisch uit, heftig. Eigenlijk zijn het allemaal situaties waarbij iets zich binnendringt. Een grasspriet in een vinger, een grammofoonplaat in een vinger, de zon in een gezicht. En een zwemmer die binnendringt in de wereld boven het water.
Co Westerik Snijden aan gras (1966)
Hun achternamen lijken op elkaar. Ze zijn allebei geboren in Den Haag. Co (1924) en Herman (1921) zijn niet lang na elkaar geboren. En ze zaten allebei op de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Dus is het niet gek dat ze soms met elkaar verward worden. Ook zaten ze allebei bij de Posthoorngroep, een groep kunstenaars uit Den Haag. Dat was in de jaren vijftig.
Het werk van Westerik heeft twee keer op de Biënnale van Venetië gehangen. In 1962 en 1982. Dat is een grote eer voor een kunstenaar. Want de Biënnale van Venetië is een belangrijke tentoonstelling, waar elke twee jaar beroemde kunst vanuit de hele wereld te zien is. Ook in Parijs en São Paulo hing zijn werk op biënnales.
Welke kunstenaar zou je in het echt willen ontmoeten? Wat zou je dan willen vragen?