Landgoed Keukenhof

In de jaren na Maertensz. Block heeft de Keukenhof veel verschillende bewoners.

Het kost ontzettend veel geld en een hoop werk om in de hofstede te wonen. Daarom is het een tijd lang onduidelijk hoe het verder moet met de Keukenhof. Of het wel kan blijven bestaan.

Tot in 1809 Johan Steengracht van Oostcapelle het landgoed koopt. Hij is een kunstverzamelaar en museumdirecteur van het Mauritshuis in Den Haag.

Johan verzamelt Hollandse Meesters uit de Gouden Eeuw. Hij legt de basis voor de beroemde collectie van het Mauritshuis.

Johan Steengracht herstelt het landgoed in volle glorie.

Na zijn overlijden bewoont zijn dochter, de familie van Pallandt de Keukenhof. Zij zorgt voor het kasteel karakter van de hofstede door de uitbreiding van de hoektorens. 

De landschapsarchitecten Jan David Zocher en zijn zoon Louis Paul Zocher, richten in 1840 de tuin rond het kasteel opnieuw in. Zodat de Keukenhof een echt lustoord blijft, waar je graag wil zijn. Als reactie op de strenge tuinen vol symmetrie en gesnoeide planten kiezen ze voor een Engelse landschapsstijl. Het wordt een romantische tuin met slingerpaden, waar je heerlijk kunt dwalen. Later ontwerpen vader en zoon Zocher ook het Vondelpark in Amsterdam. Ook wordt er een folly op het landgoed gebouwd. Het woord folly is overgenomen uit het Engels. Een folly wil zeggen: bouwkundige dwaasheid. Het is expres gek ontworpen en dient geen doel. Soms wordt het woord vermaaksarchitectuur daarom gebruikt, omdat zulke bouwwerken puur voor plezier dienen. De folly op de Keukenhof is een eendenhuisje. Rond 1850 wordt het neergezet. Het lijkt op een kapel en heeft een versierde pleisterlaag van slakken en sintels, dat zijn slakken van metaal. Er zijn nog allerlei andere follies in Nederland. De waterval in het Arnhemse park Sonsbeek, de Slangenmuur bij Slot Zuylen en de fonteinvloer de Bedriegertjes bij Kasteel Rosendael zijn voorbeelden van andere follies.

De Keukenhof ligt in de Bollenstreek, waar in de negentiende eeuw de bloembollenindustrie opkomt.

Op initiatief van de burgemeester van Lisse, Willem Lambooij krijgt een tiental bloembollenkwekers de kans hun bollen te presenteren in een bloemententoonstelling.

Hierdoor ontstaat in 1950 Stichting Keukenhof. Het deel van het landgoed ten noorden van de Stationsweg wordt ingericht als bloemententoonstelling. Sicco Mansholt, op dat moment minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, opent op 23 maart 1950 de eerste editie van de Keukenhof.

Het eerste jaar al bezoeken 236.000 mensen de Keukenhof. Het is een ontmoetingsplek voor zakelijke contacten. Ook worden er bijeenkomsten georganiseerd voor de bollenkwekers. Elk jaar opnieuw zijn de prachtig gekleurde velden een sensatie, die nog heerlijk ruikt ook. Intens voor je neus en je ogen.

Sinds het bestaan van het bloemenpark in 1950 speelt het zakelijke belang van bloemkwekers een rol.

Toeristenbussen vanuit Schiphol en Leiden rijden rechtstreeks naar de florerende Keukenhof. De kleurexplosie van bloembollenvelden is en blijft een magneet voor mensen van over de hele wereld.

Elk jaar opnieuw wekt de sfeer van openbarstende knoppen het landgoed tot leven. Daar tussendoor beweegt een zwerm toeristen zich, om aan de rand van zo’n bloembollenveld een foto te maken. Schitterende sneeuwklokjes, hyacinten, tulpen en andere bolgewassen zijn te bewonderen. De hele wereld komt naar Lisse als de bloemen verschijnen.

Superveel Nederlanders zijn er nog nooit geweest.

Ga ook eens kijken! Het park is niet voor niets een van de meest gefotografeerde plekken ter wereld.

Kasteel de Keukenhof wordt nu gebruikt als opnamelocatie bij allerlei televisieseries zoals Wie is de mol? en Bernhard, schavuit van oranje. Tegenwoordig kan de ruimte ook gehuurd worden om te trouwen.

In de zomer wordt Castlefest hier gehouden, een middeleeuws fantasiefestival. Iedereen verkleedt zich dan. De bezoekers kunnen ook kamperen, omdat het festival drie dagen duurt. Als je de Keukenhof tijdens deze dagen bezoekt, waan je je in een andere tijd.

Adriaen Maertenszoon Block is schipper voor de Kamer van de VOC in Amsterdam, commandeur, gouverneur en raad van Indië. Daarmee is Maertenszoon Block een man met macht.

Rond 1636 koopt hij het stuk grond Keukenduin en sticht daar in 1642 een buitenplaats. Dat is een zomerverblijf voor rijke stedelingen. Een plek om heerlijk te genieten van rust en natuur.

Vanaf het moment dat hij er een woning - een hof - bouwt heet het Keukenhof.

Er zijn meer buitenplaatsen in Nederland. Misschien ken je er wel een van. Een paar voorbeelden van buitenplaatsen zijn Elswout in Overveen, Sparrendaal in Driebergen en Gunterstein in Breukelen.