Op dit schilderij licht Stijn het gewone uit, waardoor het iets speciaals wordt. Dat doen Stijn vaker. Bij zijn schilderij ‘No 66’ past hij dit idee ook toe. Je ziet een plastic lepeltje om ijs mee te eten.
‘Wat ons allen bindt is waarnemen. Wat ons doet verschillen van elkaar is de mate van verwondering hierover,’ zegt Stijn.
De wereldberoemde natuurkundige Albert Einstein was dat met Stijn eens. Hij formuleerde het net anders: ‘Er bestaan slechts twee manieren om je leven te leiden. De ene is alsof niets een wonder is. De andere is alsof alles een wonder is.’
Het een is niet beter dan het ander. Maar het is misschien leuker om zo nu en dan bij de dingen stil te staan en je te verwonderen. Over alle kunstwerken in het LAM, de gloed van de zon op je huid, dat je ademhaalt.
De onderwerpen die Stijn kiest voor zijn schilderijen komen uit zijn directe omgeving. Er is zelden lang naar gezocht.
Stijn schildert realistisch. Wat je ziet op zijn kunstwerken is gebaseerd op hoe het er in werkelijkheid uitziet. Toch wil dat niet zeggen dat hij precies maakt wat hij ziet.
‘Als schilder manipuleer je de realiteit altijd in meer of mindere mate. Je bepaalt het beeld, laat iets weg of voegt toe. Je geeft het geheel een andere sfeer of zorgt voor extra lading. Dat maakt dit vak zo boeiend,’ zegt Stijn.
Stijn is geboren in het Friese dorp Drachten en studeert aan de Academie Minerva in Groningen. Dit schilderij hing op een tentoonstelling in het Drents Museum in 2016.
Een leeg papiertje van een cupcake, een strip waar geen kauwgompje meer in zit, een leeg patatbakje… Het kan een enorm verlangen opwekken. Je krijgt ineens ongelooflijke zin erin. Dat kan met eten, maar ook met geuren. In tijdschriften zitten wel eens proefmonsters. Je raakt nieuwsgierig door de advertentie in het tijdschrift, maar iemand anders is je voor geweest. Mispoes.
Tijdens zijn eindexamenjaar gaat Stijn in de leer bij schilder Pieter Pander. Daar leert hij een heleboel van.
'Ik denk dat Pieter mij in technische zin het meest heeft geleerd', zegt Stijn.
Je kan de invloed van Pieter dan ook goed zien bij de vroege schilderijen van Stijn.
Iedereen mag natuurlijk zelf weten hoe hij zijn frietje eet. Met zo’n plastic vorkje - dat vaak net niet sterk genoeg is - of met blote handen. Met je handen eten is populair. Mensen vinden zo’n vers gefrituurd frietje lekker warm. Ook vinden veel mensen het prettig om te voelen wat ze eten. Wel of geen mayonaise, ook een kwestie van smaak.
Als patat uit het vet wordt gehaald komt er nog veel vocht uit. Dat moet weg kunnen, anders wordt de patat slap. Daarom is het goed om de zak open te laten. Goed om te weten als je patat bestelt om mee naar huis te nemen.
Een andere vraag die we uit het vet halen: moet je frietje in een bakje zitten of in een puntzak?
Het kan allebei, hoewel de klassieke beleving patat in een puntzak is, met een klodder saus bovenop. Zo’n apart bakje voor de mayonaise, zoals je op dit schilderij ziet, is misschien toch wel handiger.
Humor en experimenten zijn belangrijke bouwstenen in het werk van Stijn. Graag drijft hij de spot met zichzelf, hij maakt zichzelf soms belachelijk in zijn zelfportretten.
‘Ik gebruik mijzelf als proefkonijn. In mijn zelfportretten ervaar ik veel schilderkundige vrijheid,’ zegt Stijn.
Stijn schildert ook stillevens. Hij vindt dat niet alles lief en braaf hoeft te zijn. Alledaagse voorwerpen krijgen een eigen podium doordat Stijn ze schildert met veel aandacht voor details. Hij laat veel weg. In zijn composities speelt leegte een steeds grotere rol. Dat zorgt voor een vervreemdend, misschien ongemakkelijk gevoel. Stijn zoekt graag het spanningsveld op.
Zeg je patat of friet? Dat hangt vooral af van waar je vandaan komt. Inwoners van Noord-Brabant en Limburg zeggen friet. Mensen die boven de grote rivieren wonen zeggen meestal patat. In België zegt iedereen friet. Beide woorden komen uit het Frans. In Frankrijk zeggen ze patates frites. Patates betekent aardappel en frites is frituur.
Franse frietjes zijn dun. Vlaamse friet is juist dik. Nederlandse friet bestaat eigenlijk niet. Er is zelfs een website over dit onderwerp: http://www.patatoffriet.nl/
Dit werk is geschilderd op masonite. Dat is geen gebruikelijke ondergrond om op te schilderen. Masonite is een plaat die bestaat uit geperste houtvezels. Het wordt in 1924 uitgevonden en oorspronkelijk vaak gebruikt voor allerlei bouwtoepassingen. Masonite komt tot stand met behulp van de Mason-methode om houten chips samen te persen, te stralen met stoom en ze daarna in platen te vormen. Er wordt geen lijm van ander materiaal toegevoegd. Masonite bevat alleen natuurlijke bestanddelen. Daardoor is het een milieuvriendelijk product.
Welk werk maakt je droevig en waarom?